Vroeger, toen ik
studeerde, zei ik “met aardige mensen kan je de gracht dempen”. Er is niets dodelijker
dan iemand te omschrijven als “aardig”. In mijn ogen was dit het synoniem voor
“niets zeggend” of “stom is hij niet”. Sinds ik in Duitsland woon is dat
veranderd. Duitsers zijn echt heel aardig. Er is geen beter woord om Duitsers
te beschrijven dan “aardig”. Het Duitse volk is, zonder alcohol, geen uitbundig
of creatief volk, maar de vriendelijkheid is groots. Als ik door een gemiddelde
straat loop, in welke stad dan ook, met een kaart in mijn hand, word ik
standaard aangesproken met de vraag of ze mij kunnen helpen. Ze helpen graag
een handje als het nodig is. Of het nu is om op het huis passen, of om de
kinderen ophalen, ze helpen even.
Er zijn echter
momenten waar Duitsers hun aardigheid verliezen;
- als ze ervoor betaald worden om aardig te zijn. In Duitsland is “Dienstleistung” (dienstverlening) nog steeds een vies begrip. Dit is iets waar Nederlanders al jaren hun zakken mee vullen. Een ondersteunende rol hebben Duitsers niet graag. Worden ze bijvoorbeeld betaald om in een winkel te staan, dan zijn Duitsers ineens een stuk minder vriendelijk.
- onderhandelen. Terwijl wij Nederlanders, met ons poldermodel, er altijd rekening me houden dat we deze persoon in een volgende ronde nog een keer tegen kunnen komen, zien Duitsers elke onderhandeling op zich; er heerst “win or lose”. Ze zijn dan duidelijk en zakelijk en draaien niet om de hete brij heen. Een Nederlander kan dit wel eens als zeer onaardig ervaren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten